meppen werkw. Uitspraak: [ 'mɛpə(n) ] Afbreekpatroon: mep·pen Vervoegingen: mepte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gemept (volt.deelw.) (iets of iemand) met je hand of ander voorwerp hard raken Synoniem: slaan Synoniemen: doodslaan hengsten knal matten mep slaan timmeren 4 definities...
1) Beetnemen 2) Beuken 3) Doodslaan 4) Hameren 5) Hengsten 6) Knal 7) Lellen 8) Matten 9) Mep 10) Ranselen 11) Slaan 12) Stelen 13) Stompen 14) Timmeren 15) Touwen 16) Uithalen 1) Beuken 2) Doodslaan 3) Drank naar binnen slaan 4) Hard slaan 5) Hengsten 6) Knal 7) Matten 8) Mep 9) Plaats in de Benelux 10) Plaats in de Verenigde Staten 11) Plaats in Drenthe 12) Plaats in Duitsland 13) Plaats in Nederland 14) Ranselen 15) Slaag geven 16) Slaan 17) Stompen 18) Timmeren 19) Uithalen 
een toponiem (toon de herkomst via de etymologiebank)
slaan
slaan
Esdorp in de gemeente Coevorden (tot 1998 Zweeloo) ten zuidwesten van Aalden en Zweeloo. De Mepperdennenweg klieft vanuit het centrum van het dorp in noordwestelijke richting het bos en natuurreservaat Mepperdennen in twee gelijke delen en loopt voorts verder het Mepperveld in. Deze grote vlakte wordt door de Mepperstraat ook in tweeën gedeeld...
[Bargoens, boeventaal] beetnemen, stelen. Ik laat me niet meppen. Wat praat je van meppen? Ik zal de spieën hebben, die jij van een ander gemept hebt. Katten meppen. Kattenmepper.