de minderheid zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'mɪndərhɛit ] Afbreekpatroon: min·der·heid Verbuigingen: minderheden (meerv.) de kleinste groep mensen een heel kleine minderheid stemde tegen (iets minder dan de helft stemde tegen) Synoniemen: minoriteit meerderheid (antoniem) 
1) Ondergeschiktheid 2) Kleinste van twee groepen 3) Onbepaalde hoeveelheid 4) Minoriteit 
in een assemblee*, de tegenhanger van de meerderheid, hiermee wordt bedoeld het geheel van de politieke krachten die samen geen meerderheid van stemmen halen
Een kleinere bevolkingsgroep in een land die vaak achtergesteld wordt
nationaal - politiek: 1. deel dat minder dan de helft van het totaal vormt. Bijv. de politieke ~ in de kamer voert oppositie. ...politiek: deel dat minder dan de helft van het totaal vormt. Bijv. de politieke ~ in de Kamer voert oppositie. ...
Een 'minderheid' is een deel van een groep met minder dan de helft van het totale aantal leden van die groep. Een minderheid kan, binnen een samenleving, soms de dominante groep zijn, of er de politieke meerderheid vormen.
•een groep die binnen een groter geheel in aantal minder dan de helft uitmaakt.
kleine groep tegenover meerderheid
Een minderheid is een niet-dominante groep mensen in een bepaald gebied, land of streek. Die groep kan te maken krijgen met onderdrukking of zelfs genocide . [basiswoordenlijst groep 5]
Te gebruiken voor kleinere groepen in een grotere samenleving die het doelwit zijn van vooroordelen of discriminatie door de meerderheid. Gebruik 'etnische groepen' voor groepen die zich onderscheiden van de meerderheid door hun nationale, religieuze, taalkundige, culturele of soms raciale achtergronden