moffelen werkw. Uitspraak: [ 'mɔfələ(n) ] Afbreekpatroon: mof·fe·len Vervoegingen: moffelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gemoffeld (volt.deelw.) (iets) wegstoppen zonder dat anderen het merken Voorbeeld: 'Hij moffelde het boekje snel onder een schoolboek toen zijn moeder de trap op kwam.' Synoniemen: emailleren lakken versto... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/moffelen