
monogaam bijv.naamw. Uitspraak: [ mono'xam ] Afbreekpatroon: mo·no·gaam
(van een relatie tussen twee levende wezens) als je niet meer dan één (seks)partner hebt Voorbeelden: 'het monogame huwelijk' , 'Zebravinken onderhouden monogame relaties.' Antoniem: polygaam
Gevonden op
https://woorden.org/woord/monogaam

1) Trouw 2) Met één persoon samenlevend 3) Een partner huwend 4) Met één partner samenlevend 5) Enkelvoudig huwend
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Monogaam/1

slechts één man of vrouw hebbend; die tegelijkertijd slechts één levenspartner heeft; in monogamie levend; in bijwoordelijk gebruik: op monogame wijze gekenmerkt door een samenlevingsverband met slechts één levenspartner; waarbij men tegelijkertijd slechts één man of vrouw heeft; gekenmerkt door monogamie parend met slechts één exemplaar ...
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/monogaam

Monogaam betekend eenmaal een koppel/paartje dan blijft het voor de rest van hun leven een koppel/paartje. ( ze paren dan alleen met hun eigen partner.)
Gevonden op
https://aquagids.nl/Aquagids_zoetwater_woordenboek.phpl

Individu met één partner (i.t.t. polygaam)..
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10765

Iemand is monogaam wanneer hij of zij een relatie heeft met één persoon tegelijk. Monogaam wordt ook wel 'trouw' genoemd. Monogaam wordt gezien als trouw blijven aan één partner, getrouwd zijn met slechts één partner en een seksuele relatie hebben met één partner. Het tegenovergestelde van monogaam is polygaam. Hierbij sluit iemand huwelijk...
Gevonden op
https://ensie.nl/definitie/Monogaam

enkelvoudig huwend van mens of samenlevend van dier (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/monogaam

met één partner samenlevend
Voorbeeld: Sommige mensen hebben toch wel moeite om monogaam te blijven.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/11544
Geen exacte overeenkomst gevonden.