de/het montuur zelfst.naamw. Uitspraak: [ mɔnˈtyr ] Afbreekpatroon: mon·tuur Verbuigingen: monturen (meerv.) houder van de glazen in een bril Voorbeeld: 'een klassiek montuur' Synoniemen: brilmontuur 4 definities...
1) Bril 2) Deel van een bril 3) Frame 4) Inlijsting 5) Invatting van edelstenen 6) Omlijsting 7) Omlijsting bril 8) Omlijsting van edelstenen 9) Omlijsting van een bril 10) Omvatting 11) Rijdier 12) Rijpaard 13) Vatting 1) Bril 2) Frame 3) Omlijsting 4) Omvatting 5) Vatting 
Let op: Spelling van 1858 zie Monteren
omlijsting van bril, vatting van juweel (toon de herkomst via de etymologiebank)
inlijsting van een bril
inlijsting van een bril
Inlijsting, omvatting van een object, zoals een montuur van een bril.