de morgenstond zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: mor·gen·stond Verbuigingen: morgenstonden (meerv.) de aanbreken van de vroege morgen Voorbeeld: 'De morgenstond brak al vroeg aan.' . Synoniemen: dag dageraad morgen ochtendgloren 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/morgenstond
1) Aanbreken van de dag 2) Begin van de dag 3) Dag 4) Dageraad 5) De tijd van de vroege morgen 6) De vroege morgenuren 7) De vroege ochtenduren 8) Deel van een dag 9) Deel van een etmaal 10) Het aanbreken van de dag 11) Krieken 12) Morgen 13) Ochtend 14) Ochtendgloren 15) Ochtendstond 16) Vroeg uur Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Morgenstond/1
Spreekwoorden: (1914) De morgenstond heeft goud in den mond, d.w.z. ‘vroeg opstaan is profijtelijk’; hd. Morgenstunde hat Gold im Munde; ook Morgenstunde hat plumbierte Zähne (zie Germ.-Rom. Monatschr. IX, 58); bij Joos, 150: de morgenstond heeft goud (of rozen) in den mond; morgenwerk, gulden werk. Vgl. ... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778