
nalopen werkw. Uitspraak: [ 'nalopə(n) ] Afbreekpatroon: na·lo·pen Vervoegingen: liep na (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is nagelopen (volt.deelw.)
bekijken of alles is zoals het moet zijn Voorbeelden: 'alle hyperlinks nog een keer nalopen voordat de site life gaat' , 'alle binnengekomen mailtjes nalopen op nieuwe aanmeldingen' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/nalopen

1) Achterlopen 2) Achternagaan 3) Achternalopen 4) Achtervolgen 5) Behartigen 6) Controleren 7) Inspecteren 8) Nablaffen 9) Nagaan 10) Nakomen 11) Narennen 12) Stremmen 13) Volgen 14) Zoeken
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Nalopen/1

1) Achterna hollen 2) Achternagaan 3) Achternalopen 4) Achtervolgen 5) Behartigen 6) Checken 7) Controleren 8) Doorlezen 9) Geregeld volgen 10) Inspecteren 11) Nabenen 12) Najagen 13) Narennen 14) Naspeuren 15) Toezicht houden op 16) Vluchtig doorkijken 17) Volgen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Nalopen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.