
neerstrijken - Voorbeeld: ‘
Dat slacht de vlooien, dat springt op en beet neer waar het toevalt’ (Dorpslucht II 298) - Voorbeeld: ‘
De duiven draaiden in grote kringen door de lucht en beetten neer waar ze een plaats vonden’ (Langs Wegen 21)
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0017.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.