bijkomend, bijkomstig, tweederangs - Voorbeeld: ‘In andere kringen bekommerde men zich niet het minst om Koornaert of de dokter, maar veel meer om de nevenkomende personen’ (Dorpslucht II 6) Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0017.php