de nieuwkomer zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈniwkomər ] Afbreekpatroon: nieuw·ko·mer Verbuigingen: nieuwkomers (meerv.) iemand die sinds kort ergens bij hoort Voorbeeld: 'een introductiecursus voor nieuwkomers' Synoniemen: groentje nieuweling Gevonden op https://woorden.org/woord/nieuwkomer
Nieuwe migrant die zich in het kader van een bestaande procedure (vluchteling, gezinshereniging,..) bij de overheid aanmeldt voor inschrijving. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10017
Persoon tussen de 16 en 65 jaar die geen Nederlandse paspoort heeft en óf na 1 januari 2007 in Nederland is komen wonen óf op 31 december 2006 nieuwkomer was volgens de oude Wet inburgering nieuwkomers.
Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10628
vreemdelingenrecht: meerderjarige vreemdeling die in Nederland rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning ... Gevonden op https://juridischwoordenboek.nl?zoek=nieuwkomer