noordflank zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: noord·flank Verbuigingen: noordflanken (meerv.) Verbuigingen: noordflankje (verkleinwoord) de flank die in het noorden gelegen is. Voorbeeld: 'Op de noordflank van de berg verwacht men morgen sneeuw.' . ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/noordflank