de noordhoek zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: noord·hoek Verbuigingen: noordhoeken (meerv.) Verbuigingen: noordhoekje (verkleinwoord) de hoek die in het noord gelegen is. Voorbeeld: 'In de noordhoek van de stad ligt een groot park.' . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/noordhoek