de ochtend zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈɔxtənt ] Afbreekpatroon: och·tend Verbuigingen: ochtenden (meerv.) deel van de dag na de nacht en voor de middag Voorbeeld: 'ochtendkrant' Synoniem: morgen Synoniemen: aanvang morgen 5 definities...
1) Aanvang 2) Am 3) Begin 4) Dageraad 5) Krieken 6) Morgen 7) Morgenstond 8) Nanacht 9) Vm 10) Voormiddag 11) Voornoen 1) Aanvang 2) Begin van de dag 3) Bepaalde tijd 4) Dagdeel 5) Dageraad 6) Deel van de dag 7) Deel van een dag 8) Deel van een etmaal 9) Deel van een week 10) Einde van de nacht 11) Het eerste begin 12) Morgen 13) Morgenstond 14) Tijd 15) Voormiddag 16) Vroege morgen 
vroege morgen (toon de herkomst via de etymologiebank)
tijd vanaf zonsopgang tot de middag vb: ik ben de hele ochtend thuis geweest Synoniemen: morgen voormiddag Tegenstelling: avond
1) eerste gedeelte van de dag tot aan de middag, gerekend vanaf de ochtendschemering of vanaf het hernemen van de activiteiten na de nachtrust 2) vroege deel van de morgen, vanaf de ochtendschemering of vanaf het hernemen van de activiteiten na de nachtrust tot ongeveer 10.00 uur; periode die het eerste deel van de morgen beslaat; de...
•eerste deel van de dag, tussen ca. 6.00 en 12.00.
(vroege) morgen