de oester zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈustər ] Afbreekpatroon: oes·ter Verbuigingen: oesters (meerv.) schelpdier zo gesloten als een oester (niet geneigd over jezelf te praten) Synoniem: zwijgzaam Spreekwoorden en zegswijzen • zo gesloten als een oester (mossel) (=hij zegt weinig en laat niets los) &b...
1) Afrodisiacum 2) Eetbaar schelpdier 3) Eetbaar weekdier 4) Gerecht 5) Plaatkieuwig weekdier 6) Schaaldier 7) Schelpdier 8) Waterdier 9) Weekdier 10) Zeevrucht 1) Fluim 2) Imperiaal 3) Kwalster 4) Ostrea 5) Weekdier 
weekdier van de familie der Ostreidae (toon de herkomst via de etymologiebank)
eetbaar schelpdier vb: er waren oesters en kaviaar op de receptie
• [dierkunde] een weekdier met één platte en één bolle schelp.
bepaald weekdier
mossel
Een project, behorend bij een van de categorieen van een risico-rendement diagram. Oysters(oesters) zijn projecten voor de lange termijn, vermoedelijk met een hoge opbrengst, maar voorlopig technisch nog moeilijk haalbaar.