de oleander zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ole'jɑndər ] Afbreekpatroon: ole·an·der Verbuigingen: oleanders (meerv.) struik met geurige bloemen 
1) Subtropische plant 2) Giftige tuinplant 3) Sierplant 4) Altijdgroene heester 5) Struik 6) Boom 7) Altijdgroene plant 8) Laurierroos 9) Geneeskrachtige plant 10) Altijdgroene sierplant 11) Kamerplant 12) Kuipplant 13) Bontgekleurde nachtvlinder 14) Struik met giftig melksap 15) Bloem 16) Apocynacea 
Let op: Spelling van 1914 sur. en bov. e. Zie NERIUM.
Latijnse naam:Nerium oleander L.,Land van herkomst:Mediteraan Iran, Gebruik: Oleander wordt gebruikt bij inwendige nabloedingen en een maagzweer.
sierplant Nerium oleander (toon de herkomst via de etymologiebank)
De 'oleander' ('Nerium oleander') is een plant uit de maagdenpalmfamilie ('Apocynaceae'). De bloemen groeien in eindstandige, veelbloemige schermen.
•(plantk.) "Nerium oleander", laurierroos (+audio)
sierplant