omkijken werkw. Afbreekpatroon: om·kij·ken Verbuigingen: keek om Vervoegingen: omgekeken (volt.deelw.) 1) ''naar omkijken'': interesse tonen en verzorgen Voorbeeld: 'Er werd niet meer naar die oude vrouw omgekeken.' 2) naar achteren kijken Voorbeeld: 'Zonder om te kijken liep hij de kamer uit.' . Synoniemen: achter...
1) Achteromkijken 2) Achteromzien 3) Achteruitkijken 4) Omzien 5) Rondzien 6) Terugblikken 7) Terugkijken 8) Terugzien 1) Achteromkijken 2) Achteruitkijken 3) Omblikken 4) Omzien 5) Rondzien 6) Terugblikken 7) Terugkijken 8) Terugzien 
over je schouder kijken vb: toen hij wegreed, keek hij nog één keer om Synoniem: omzien
ongewenst afvallen na het overstag gaan. Ook bekend als achteromkijken of omzien.