
onbeschoft, ruw - Voorbeeld: ‘
De dorpeling vooreerst beschouwt zich in alle geval ver boven de landenaar verheven, hij voelt zich citadin tegenover de verachterde, ongesnoekte akkerwerker die ver afgelegen en vereenzaamd in een hutte woont, en wiens vuile kleren stinken naar mest’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.