onlosmakelijk bijv.naamw. Uitspraak: [ ɔnlɔs'makələk ] Afbreekpatroon: on·los·ma·ke·lijk onlosmakelijk verbonden zijn met (zeer sterk samenhangend met) 'Kernenergie is onlosmakelijk verbonden met de kernbewapeningsproblematiek.' onlosmakelijk deel uitmaken van (een geheel vormen met) 'De Militaire Kapel is een onlosmakelijk deel va... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/onlosmakelijk