ontgaan werkw. Uitspraak: [ ɔntˈxan ] Afbreekpatroon: ont·gaan Vervoegingen: ontging (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is ~ (volt.deelw.) niet opgemerkt of begrepen worden Voorbeeld: 'Het ontgaat me wat er zo bijzonder is aan deze film.' Synoniemen: ontglippen ontsnappen 2 definities...
1) Aan de aandacht ontsnappen 2) Aan iemand ontkomen 3) Aan iemands oog ontsnappen 4) Aan waarneming ontsnappen 5) Begeven 6) Geen erg hebben in 7) Missen 8) Niet terechtkomen bij 9) Ontglippen 10) Ontkomen 11) Ontkomen aan 12) Ontlopen 13) Ontslippen 14) Ontsnappen 15) Ontsnappen aan 16) Ontsnappen aan het geheugen 1) Begeven 2) Eviteren 3) Latiniseren 4) Misgaan 5) Missen 6) Ontglippen 7) Ontkomen 8) Ontsnappen 9) Ontsporen 10) Ontwijken 11) Vergeten 12) Vermijden 
niet tot je doordringen, aan je aandacht ontsnappen vb: het gebeurde is mij totaal ontgaan
van iets weggaan