Zie ook:
ontgroei

ontgroeien werkw. Uitspraak: [ ɔntˈxrujə(n) ] Afbreekpatroon: ont·groei·en Vervoegingen: ontgroeide (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is ontgroeid (volt.deelw.)
ouder worden en daardoor belangstelling verliezen voor (iets) of jezelf te belangrijk vinden voor (iets) Voorbeeld: 'Hij was de accordeon ontgroeid en wilde in een band slaggit...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/ontgroeien

1) Ergens te groot voor worden 2) Ontwassen 3) Te groot geworden 4) Te groot voor iets worden 5) Te groot worden
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Ontgroeien/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.