ontspringen werkw. Uitspraak: [ ɔntˈsprɪŋə(n) ] Afbreekpatroon: ont·sprin·gen Vervoegingen: ontsprong (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is ontsprongen (volt.deelw.) de dans ontspringen (iets onaangenaams of gevaarlijks net niet meemaken) Synoniemen: ontspruiten ontstaan uitbotten uitkomen uitlopen Spreekwoorden en zegswijzen • ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ontspringen
er niet door getroffen worden, niet gepakt worden vb: ze konden het gevaar nog nét ontspringen Synoniemen: ontkomen ontsnappen uitbreken ontvluchten ontstaan (van rivieren) vb: de Elbe ontspringt ergens in Polen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=ontspringen
Spreekwoorden: (1914) Den dans ontspringen, d.w.z. het gevaar ontkomen. Men kan dans hier opvatten in den zin van strijd (ook het nhd. tanz wordt sedert de 16<sup>de<-sup> eeuw in dien zin gebruik), of in dien van doodendans, waarvan voorstellingen in de middeleeuwen Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778