de ontvanger zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ont·van·ger Verbuigingen: ontvangers (meerv.) Verbuigingen: ontvangertje (verkleinwoord) 1) iemand aan wie iets overhandigd, besteld of gegeven wordt 2) een persoon, dier of machine die signalen ontvangt en deze vervolgens verwerkt of interpreteert 3) ambt...
1) Ambtenaar 2) Ambternaar van de belastingen 3) Belastingambtenaar 4) Belastingsambtenaar 5) Beroep 6) Deel van een radio-installatie 7) Gaarder 8) Kassier 9) Opgaarder 10) Percipiënt 11) Receiver 12) Receptor 13) Recipiënt 14) Rentmeester 15) Schuldeiser 1) Antenne 2) Gaarder 3) Geadresseerde 4) Inner 5) Kassier 6) Krijger 7) Ontvangtoestel 8) Opgaarder 9) Penningmeester 10) Radiotoestel 11) Receiver 12) Receptor 13) Recipiënt 14) Rentmeester 15) Roeier 16) Schuldeiser 17) Tolgaarder 18) Tollenaar 19) Tuner 
iemand aan wie iets gegeven of gestuurd wordt vb: de ontvanger van het pakje woont hier
ambtenaar belast met het in ontvangst nemen van bepaalde belasting- en lesgelden
laatste schakel bij de literaire communicatie. Zie: lezer.
Degene die een bepaalde boodschap ontvangt.
degene die een boodschap krijgt toegestuurd
fiscaal recht: bevoegde belastingambtenaar bij de belastingdienst, die belastingen int. ...