ontvoeren werkw. Uitspraak: [ ɔntˈfurə(n) ] Afbreekpatroon: ont·voe·ren Vervoegingen: ontvoerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ontvoerd (volt.deelw.) (iemand) tegen zijn wil meenemen Voorbeeld: 'Terroristen hebben drie journalisten ontvoerd om aandacht voor hun bevrijdingsstrijd te krijgen.' Synoniem: kidnappen Synoniemen: kid... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ontvoeren