Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 zoo noemt men de afgedunde uiteinden der scheeden, met hetwelke zij in en door hunne gaten steken. Bij den vierstijl is ook de buikboom met ooren gemaakt.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10742
Geen exacte overeenkomst gevonden.