schuimend openspreiden, openvloeien, opschuimen, opbruisen (fig.) - Voorbeeld: ‘Om zich te herstellen van de angsthuivering (...) liet zij de goudblonde haren openschuimen als een zijden wolk’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php