opgefokt bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈɔpxəfɔkt ] Afbreekpatroon: op·ge·fokt 1) opgewonden Voorbeeld: 'Ik vind het programma wel leuk, maar ik erger me aan die opgefokte presentator.' Synoniem: nerveus 2) (van een motorvoertuig) zo behandeld dat het harder kan rijden dan is toegestaan Voorbeeld: 'Opgefokte brommers... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/opgefokt