opmonteren werkw. Afbreekpatroon: op·mon·te·ren Verbuigingen: monterde op Vervoegingen: opgemonterd (volt.deelw.) 1) opvrolijken, animeren Voorbeeld: 'Zij trachtte hem op te monteren.' 2) vrolijker worden, in een betere stemming komen Voorbeeld: 'Hij was weer helemaal opgemonterd.' . Synoniemen: blij maken opfleur... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/opmonteren