oppleuren werkw. Afbreekpatroon: op·pleu·ren Verbuigingen: pleurde op Vervoegingen: opgepleurd (volt.deelw.) vertrekken, weggaan ''(van iemand die men negatief beoordeelt)'' Voorbeeld: 'Sommigen hebben dan de neiging om te zeggen: laat al die buitenlanders oppleuren.' . 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/oppleuren