opzettelijk bijv.naamw. Uitspraak: [ ɔpˈsɛtələk ] Afbreekpatroon: op·zet·te·lijk met een bepaalde bedoeling Voorbeeld: 'Sorry, ik deed het niet opzettelijk.' Synoniem: expres Synoniemen: bewust expres intentioneel met opzet moedwillig voorbedacht welbewust weloverwogen Intensiveringen Uitdrukkingen die opzettelijk betekenen (wa...
1) Dolens 2) Achterbaks 3) Expres 4) Intentioneel 5) Met voorbedachten rade 6) Gepremediteerd 7) Gezocht 8) Voorbedacht 9) Bedacht 10) Stelselmatig 11) Voorbedachtelijk 12) Bewust 13) Moedwillig 14) Weldoordacht 15) Weloverwogen 16) Welbewust 17) Wetens 18) Willens en wetens 19) Willens 20) Uitdrukkelijk 
Willens en wetens.
burgerlijk recht: een op handelen of nalaten gerichte wil; oogmerk, bedoeling. ...
omdat hij het zo wilde vb: hij heeft mij opzettelijk beledigd Synoniemen: expres doelbewust
met opzet