(Uit `De sociologische structuur onzer taal - De Jodentaal.`, 1914) (asoer) (Rabb-Hebr.): ongeoorloofd. In de volkstaal oser. Vandaar: oser als uitroep: Het zij mij ongeoorloofd! Ik wil er niets van weten of hebben
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10740
Geen exacte overeenkomst gevonden.