Zie ook:
overbrug

overbruggen werkw. Uitspraak: [ ovərˈbrʏxə(n) ] Afbreekpatroon: over·brug·gen Vervoegingen: overbrugde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft overbrugd (volt.deelw.)
wat niet op elkaar aansluit met elkaar verbinden Voorbeeld: 'de verschillen overbruggen tussen culturen'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/overbruggen

1) Overspannen 2) Toenadering bewerken
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Overbruggen/1
[Bargoens, boeventaal] overbrengen, verklikken. Dit werd alles door dien punt (bochel) overgebrugd.
Gevonden op
https://gutenberg.org/cache/epub/28715/pg28715-images.phpl
een brug over iets heen bouwen vb: de kloof is tegenwoordig overbrugd
een verbinding aanbrengen tussen twee situaties vb: wij overbruggen de periode dat we geen huis hebben door bij Bruno te gaan logeren
een afstand overbruggen
[van de ene plaats naar de andere komen]Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.