overhebben werkw. Uitspraak: [ 'ovərhɛbə(n) ] Afbreekpatroon: over·heb·ben Vervoegingen: had over (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft overgehad (volt.deelw.) overhouden en niet meer nodig hebben Voorbeeld: 'Ik heb nog drie koekjes over. De rest van het pak heb ik in mijn eentje opgegeten.' Synoniemen: overhouden 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/overhebben