overlappen werkw. Uitspraak: [ ovərˈlɑpə(n) ] Afbreekpatroon: over·lap·pen Vervoegingen: overlapte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft overlapt (volt.deelw.) gedeeltelijk samenvallen in tijd of plaats Voorbeeld: 'Als je de foto zo groot wilt afdrukken, overlapt hij de tekst.' Synoniemen: bestrijken 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/overlappen