
bemorsen, bezoedelen - Voorbeeld: ‘
Elke schakering verinnigt in felheid tot gloei of vervaalt en gaat af, bleekt of roest of begint te boenen, zodat 't een en al mingelmangel wordt op die rijke gewaden, overmorst door al te grote, al te bonte schattigheid van andere stemmingen, in eenzelfde harmonie ten toon gespreid’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.