de pass zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ pɑs, pas ] Verbuigingen: passes (meerv.) balschot over een lange afstand naar een teamgenoot Voorbeeld: 'Een goede pass kan het begin zijn van een mooi doelpunt.' Spreekwoorden en zegswijzen • op je tellen pass en (=voorzichtig zijn) • met pa... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/pass
1) Overgespeelde bal 2) plaats in belgië 3) Plaats in de Benelux 4) Schot 5) Schot naar een medespeler 6) Spelhandeling 7) Sportterm 8) Term uit de voetbalsport 9) Voetbalterm 10) Voorzet 11) Voorzet (sport) Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Pass/1
Een pass is de manier waarop een speler de bal aan een medespeler geeft. Dit kan op vele manieren: met één of twee handen, hoog door de lucht of dichtbij de grond en met of zonder stuit erin. De meest gebruikte passes zijn de tweehandige borstpass en de tweehandige bouncepass. Bij de eerste wordt de bal strak door de lucht op ter hoogte van je mi... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11600