perforeren werkw. Uitspraak: [ pɛrfo'rerə(n) ] Afbreekpatroon: per·fo·re·ren Vervoegingen: perforeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geperforeerd (volt.deelw.) ergens een gaatje of een reeks gaatjes in maken Voorbeeld: 'Nog even perforeren en de stukken kunnen in de map.' Synoniem: doorboren Synoniemen: doorboren 9 definities...
1) Doorboren 2) Gaatjes maken 3) Gaatjes maken in 4) Van perforatie voorzien 1) Doorboren 
doorboren (toon de herkomst via de etymologiebank)
Aanbrengen van een perforatie. Dit geschiedt meestal op een degel, maar kan in beperkte mate ook op een drukpers worden aangebracht (“drukperporatie”). Bij rotatief drukken kan het worden aangebracht d.m.v. een meedraaiend perforatie-wieltje. Zie: afscheurperforatie. Zie: vouwperforatie.
er een of meer gaten in maken vb: het papier was geperforeerd
Doorboren. Papier van kleine gaatjes of sneetjes voorzien om het later gemakkelijker te kunnen scheuren. Twee methoden: Op apart daarvoor geconstrueerde machines, of door het in de vorm plaatsen van speciale perforeerlijnen. (zie verder: drukmethoden)
doorboren, doorbreken, doorsteken
het aanbrengen van een rij gaatjes of scheurstreepjes om het papier makkelijk te scheuren
Het maken van gaten of perforaties in platen, zodat ze kunnen worden gemonteerd en geregistreerd op specifieke drukpersen.
Het maken van gaatjes in een voorwerp. Deze gaatjes kunnen met opzet worden gedaan, zowel tijdens de vervaardiging als daarna, maar ze kunnen ook het gevolg zijn van een natuurlijk proces.
doorboren