
vitten, zeuren, mopperen - Voorbeeld: ‘
Hij had zich minachtend uitgelaten over die kleinzielige, gespecialiseerde godvruchtigheden - uitwassen die de echte godsdienst overwoekeren; speculeren op aflaten, pernekelen met liefdadigheid’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0019.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.