
de Peruaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ peru'wan ] Afbreekpatroon: Pe·ru·aan Verbuigingen: Peruanen (meerv.) de Peruaanse zelfst.naamw. Uitspraak: [ peru'wansə ] Afbreekpatroon: Pe·ru·aan Verbuigingen: Peruaansen (meerv.)
iemand met de Peruaanse nationaliteit Voorbeeld: 'Peruanen zijn trotse mensen.'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/Peruaan

1) Inwoner van het noordwesten van Zuid-Amerika 2) Inwoner van Peru 3) Inwoner van Zuid-Amerika 4) Inwoner van Latijns-Amerika 5) Inwoner van Amerika 6) Bewoner van Peru
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Peruaan/1

iemand met de Peruaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Peruaanse volk; iemand die afkomstig is uit Peru; inwoner van Peru In het meervoud ook in toepassing op het volk.
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Peruaan

zie reaal van achten.
Gevonden op
https://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/
Geen exacte overeenkomst gevonden.