de peulenschil zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'pølə(n)sxɪl ] Afbreekpatroon: peu·len·schil Verbuigingen: peulenschillen (meerv.) actie die gemakkelijk lukt Synoniemen: : makkie, kleinigheid Het is een peulenschil. (Dat doe ik even, zo gebeurd.) Synoniemen: bagatel dingetje futiliteit kleinigheid niemendalletje wissewasje 2 definiti...
1) Bagatel 2) Beuzelarij 3) Dingetje 4) Eitje 5) Futiliteit 6) Kinderachtigheid 7) Kinderspel 8) Kleinigheid 9) Niemendalletje 10) Spel 11) Wissewasje 1) Bagatel 2) Dingetje 3) Futiliteit 4) Klein werkje 5) Kleinigheid 6) Niemendalletje 7) Wissewasje 
klein, makkelijk werkje vb: dat is een peulenschil