1.poot van een tafel, (VD I 1) stoel, enz. Voorbeeld: ‘We kochten een zetel van acht en vijftig franken. Omdat ik de oudste was, mocht ik hem dragen. Ik plaatste hem met de zate op mijn hoofd en hield hem bij de pikkels’ 2.(scherts.) been (VD I 2) Voorbeeld: ‘Op de laatste trede staat hij recht, keert zich voorwaarts en waagt het i... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0019.php