
Een faalmechanisme van dijken. Onder invloed van wateroverdruk barst de grond op aan de binnenzijde van de waterkering en vindt er stroming en pijpvorming plaats onder de dijk. Hierdoor vindt in de dijk erosie van zand plaats. Deze pijp kan doorgroeien tot de rivier/zeezijde van de dijk, waardoor de dijk ondermijnd wordt. Zie ook onderloopsheid.
Gevonden op
https://edepot.wur.nl/418448
Syn.: onderloopsheid
Def.: de lekstroom onder een constructie door.
Toelichting: Bij waterkeringen: het verschijnsel dat onder een waterkering een holle pijpvormige ruimte ontstaat doordat het erosieproces van een zandmeevoerende wel niet stopt
Gevonden op
https://www.aquo.nl/index.php/Categorie:Geldige_begrippen
Piping is het verschijnsel dat er water onder de dijk doorstroomt dat zand meeneemt en daarmee de dijk verzwakt. Het water stroomt dus `onder de dijk door` als gevolg van waterdruk door de hoge waterstand aan de waterzijde van de dijk. Het water dat het zand meevoert stroomt onder het waterdichte pakket van klei dat op een dijkvoet van zand ...
Gevonden op
https://www.joostdevree.nl/shtmls/piping.shtml
Geen exacte overeenkomst gevonden.