de piron zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: pi·ron Verbuigingen: pirons (meerv.) Verbuigingen: pironnetje (verkleinwoord) een ornament op een markant punt van een bouwwerk, zoals een dak of gevel, vaak in de vorm van een taps toelopende zuil met een bolvormige figuur Voorbeeld: 'Een piron met een ananas.' . 3 definities...
1) Boldragende zuil 2) Bouwkundig element 3) Bouwkundig ornament 4) Bouwkundige versiering 5) Ornament 6) Zuil met bol 1) Ornament 2) Pijler 
zuil met bol (toon de herkomst via de etymologiebank)
Keramisch sierelement dat wel gebruikt wordt als afwerking van het punt waar drie dakvlakken bij elkaar komen.
Is een decoratieve afdekking van een boven de nok uitstekende balk (koningsstijl) meestal in de vorm van een bol of punt of een combinatie van beide, vervaardigd uit keramiek of metaal.
Van een schild- of wolfdak vallen de uiteinden van de nok het meest in het oog, daarom werden deze vaak versierd. Meestal koos men als ornament een bol of een punt; een combinatie deed het ook goed. De piron is vrijwel altijd van gebakken klei, lood of zink. Er was ook een praktisch nut: wanneer de ...