plant, stengel - Voorbeeld: ‘Ze (= de kinderen) waren hem gelijk bloemen in de tuin, het siersel van zijn hof, plantstokken die hij naast zich groeien zag, de belofte en de zekerheid dat het leven weer in zijn haken komen moest’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0019.php