het polshorloge zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈpɔlshɔrloʒə ] Afbreekpatroon: pols·hor·lo·ge Verbuigingen: polshorloges (meerv.) horloge dat met een armband om de onderarm wordt gedragen Antoniem: zakhorloge Synoniem: horloge Synoniemen: horloge klokje zakuurwerk zakhorloge (antoniem) 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/polshorloge