1) Aanklampen 2) Aanroepen 3) Aanroepen (zeevaart) 4) Aanroepen op zee 5) Aanroepen van schepen 6) Een schip aanroepen 7) Een schip op zee aanroepen 8) Een varend schip op zee aanroepen 9) Enteren 10) Iemand aanroepen 11) Radiotelegrafisch iets vragen 12) Scheepvaartterm 13) Schip aanroepen 1) Aanroepen 2) Melden 3) Toeroepen 
GM4: met een scheepsroeper contact zoeken. GM6: met een scheepsroeper dan wel met seinvlaggen ondervragen [ook: verpreyden].
aanspreken (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (zeeterm), in zee ontmoeten en toespreken. In de verte geschiedt dit door middel van seinvlaggen, die alle een bepaalde betekenis hebben.
aanspreken
1> een varend schip aanroepen. 2> tijdens het varen even bij iemand langszij komen.
Een schip op zee aanroepen om informatie te verkrijgen over herkomst en bestemming, en-of te vragen om een boodschap over te brengen. `Ga je naar Rotterdam? Doe dan de groeten aan Henkie van de Parkkaai!`