resoluut bijv.naamw. Uitspraak: [ rezoˈlyt ] Afbreekpatroon: re·so·luut zonder aarzeling Voorbeeld: 'het dragen van hoofddoeken op school resoluut afwijzen' Synoniem: vastberaden Synoniemen: beslist besluitvaardig ferm gedecideerd kordaat vastberaden Intensiveringen Hoe kun je met resoluut een ander begrip versterken? resoluut ee...
1) Beslist 2) Besluitvaardig 3) Botaf 4) Botuit 5) Botweg 6) Dapper 7) Doortastend 8) Ferm 9) Gedecideerd 10) Geresolveerd 11) Gul 12) Kordaat 13) Onversaagd 14) Onverschrokken 15) Ronduit 16) Vastberaden 17) Vastbesloten 18) Vinnig 19) Wilskrachtig 20) Zonder aarzeling 21) Zonder omhaal 1) Beslist 2) Besluitvaardig 3) Botweg 4) Doortastend 5) Ferm 6) Gedecideerd 7) Kordaat 8) Onverschrokken 9) Openhartig 10) Ronduit 11) Vastberaden 12) Vastbesloten 13) Wilskrachtig 
vastberaden (toon de herkomst via de etymologiebank)
vast van plan om zijn doel te bereiken vb: resoluut knipte de burgemeester het lint door Synoniemen: beslist vastberaden Tegenstelling: slap
vastberaden