de ritzege zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'rɪtsexə ] Afbreekpatroon: rit·ze·ge Verbuigingen: ritzeges (meerv.) overwinning in een etappe van een wielerwedstrijd Voorbeeld: 'Hij behaalde zijn vijfde ritzege in de Tour de France.' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ritzege