roderen werkw. Uitspraak: [ ro'derə(n) ] Afbreekpatroon: ro·de·ren Vervoegingen: rodeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gerodeerd (volt.deelw.) inrijden door in het begin voorzichtig te rijdenverouderd Voorbeeld: 'Als je een nieuwe auto gekocht hebt, dan moet je die eerst roderen of inrijden.' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/roderen
1) een auto, motorfiets e.d. inrijden 2) zich inspelen; warmdraaien; zich al spelend voorbereiden op iets; van wielrenners, motorrijders ook: zich inrijden 3) zich inwerken; warmdraaien; zich voorbereiden Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/roderen