rondblikken, dreigend rondkijken - Voorbeeld: ‘Vroegrijpe deernen, dertel als veulens, klibberig in hun vlees, met wangen als appels en ogen die schichtig, stout uitdagend rondblekten’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php