dartelend en spelend ronddansen, rondspringen, rondfladderen (WNT) - Voorbeeld: ‘Hij wendde, keerde, dompelde diep in de onderste waterlagen, dook een eind verder weer boven, dartelde rond’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php